Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier pogingen tot moord, te weten op de café-eigenaar [persoon 1] en op drie politieagenten, alsmede één poging tot doodslag op [persoon 5]. Verdachte droeg op 26 maart 2012 een gebruiksklaar en met scherpe patronen geladen vuurwapen in zijn broeksband. Toen [persoon 1] verdachte wilde aanspreken op zijn gedrag in café [naam A], heeft verdachte het vuurwapen tevoorschijn gehaald, op [persoon 1] gericht en op korte afstand een kogel afgevuurd richting [persoon 1]. Deze kogel heeft zich aan de zijkant verticaal door het hoofd van [persoon 1] geboord, waardoor hij zwaar gewond is geraakt. [persoon 1] is ternauwernood aan de dood ontsnapt. Daarna is de verdachte verder gelopen en heeft hij vervolgens politieambtenaar [persoon 2], die hem wilde aanhouden, beschoten. Daarbij heeft hij ook de auto van [persoon 5], die voor het verkeerslicht stond te wachten, in het bestuurdersportier geraakt. Vervolgens is verdachte verder weggelopen en uiteindelijk op zijn vlucht terechtgekomen in een binnentuin waar hij werd benaderd door politieambtenaren [persoon 3] en [persoon 4].
Ook op hen heeft verdachte onmiddellijk het vuur geopend. Een door verdachte afgevuurde kogel heeft [persoon 3] midden in zijn voorhoofd geraakt, waardoor [persoon 3] een kogelverwonding aan zijn voorhoofd heeft opgelopen. De agenten hebben doodsangsten uitgestaan, terwijl zij hun werk deden. De beschrijving door de politieambtenaren [persoon 2], [persoon 3] en [persoon 4] van hun vuurgevecht met verdachte laat zien in welke kwetsbare positie zij zich toen hebben bevonden. Zij zijn met gevaar voor eigen leven achter verdachte aangegaan en het mag een klein wonder heten dat zij allemaal de confrontatie met verdachte hebben overleefd.
De grens tussen een poging en het voltooide delict is, zeker bij [persoon 1] en [persoon 3], uiterst dun, zoals de officier van justitie terecht heeft betoogd. Het is op geen enkele wijze aan verdachte te danken dat zij niet om het leven zijn gekomen.
Blijkens hun schriftelijke slachtofferverklaringen hebben de gebeurtenissen een grote impact gehad op het leven van [persoon 1], [persoon 2], [persoon 3] en [persoon 4].
[persoon 1] heeft zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Hij heeft tien dagen in coma gelegen. Aanvankelijk werd verwacht dat hij niet meer zou kunnen spreken of lopen. De rechterzijde van zijn lichaam was verlamd. Na maanden van revalidatie en enkele operaties aan zijn schedel heeft hij nog steeds weinig kracht in zijn rechterarm en –hand waardoor hij deze slechts beperkt kan gebruiken. Ook lopen is erg moeilijk. Zijn spraak is ernstig aangetast geweest. Inmiddels kan hij zich met enige moeite verstaanbaar maken. Sinds het incident lijdt hij aan epileptische aanvallen waarvoor hij met medicijnen behandeld moet worden. Ook voor zijn gezin met 3 jonge kinderen heeft het gebeuren grote gevolgen gehad. Het incident heeft het leven van [persoon 1] verwoest, zo heeft hij verklaard.
Ook op de agenten [persoon 2], [persoon 3] en [persoon 4] heeft het schieten door verdachte, zowel in hun werk als privé, grote gevolgen gehad. Zij kampen nog steeds met de psychische gevolgen van de gebeurtenissen.
Bij alle slachtoffers heerst nog steeds een gevoel van verbijstering over het nietsontziende gedrag van verdachte.
Daarnaast zijn ook omstanders op het Bijlmerplein, de Bijlmerdreef en omwonenden aan de Kneppelweg met de drie schietincidenten geconfronteerd. De feiten hebben zich voorgedaan midden op de dag en midden in Amsterdam Zuidoost. Daardoor is een zeer risicovolle situatie ontstaan en heeft verdachte ook de levens van bewoners en toevallige voorbijgangers in gevaar gebracht.
Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat dergelijke gewelddadige feiten die zich op straat en in een woonwijk afspelen, leiden tot maatschappelijke onrust en gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank neemt het verdachte voorts zeer kwalijk dat hij niet van de gebeurtenissen uit zijn verleden heeft geleerd. In Suriname heeft hij immers ook al ondervonden welke ernstige gevolgen het gebruik van een vuurwapen kan meebrengen. Door een door verdachte gelost schot met een vuurwapen is toen al een persoon overleden. Verdachte is voor dat feit in Suriname veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren en heeft deze straf ook uitgezeten.
Desondanks heeft verdachte er niet alleen voor gekozen om een vuurwapen met patronen aan te schaffen en daarmee over straat te lopen, maar ook om dit vuurwapen te gebruiken.
Gelet op al het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor lange duur met zich brengt. Uitgangspunt bij moord is dat in de regel niet wordt volstaan met een lagere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren. In het onderhavige geval is sprake van niet voltooide delicten, hetgeen over het algemeen tot een lagere strafoplegging leidt. Anderzijds heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan vier keer een poging tot moord, eenmaal poging tot doodslag en een bedreiging en belediging, hetgeen een aanzienlijk hogere gevangenisstraf rechtvaardigt. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 20 (twintig) jaar .
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van [persoon 1] , wonende op het adres [adres 1] te [plaats] toe tot een bedrag van € 63.928,30 (drieënzestigduizend negenhonderdachtentwintig euro en dertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
